"Wat ik een nieuweling zou willen meegeven, is dat ‘praten’ over dingen gelijk kan helpen" - Afslag Ambiq met cliënt Sara
Met trots presenteren wij onze nieuwe rubriek: 'Afslag Ambiq'!
Persoonlijke verhalen over onze medewerkers en cliënten. We geven je graag een kijkje in onze organisatie en op de verschillende groepen. Vandaag het verhaal van medewerker Tip en cliënt Sara van het Trainingshuis in Almelo.
Naam: Sara, woont bij het Trainingshuis in Almelo
Ik ben bij het trainingshuis aangemeld, omdat het thuis niet zo goed ging. Ik luisterde namelijk niet naar mijn ouders. Ook liep ik vaak weg en bleef ik bij anderen slapen. Mijn ouders wisten toen niet waar ik was. Zo kwam er vorig jaar een vrouw van de gemeente Wierden bij mij thuis en maakte mij in de ochtend wakker. Zij zei tegen mij dat als ik zo door bleef gaan, het crisis werd. Ik heb toen mijn vriendinnen achter mij gelaten en ben hierheen gegaan.
Op het trainingshuis vind ik het fijn. Ik vind het hier namelijk rustig. In het begin vond ik dit niet en vond ik het er een doolhof. Nu vind ik het wel chill hier. Ik weet hoe alles in mekaar zit en ik vind mijn appartement mooi. Ik had eerst alleen een slaapkamer, maar nu dus een appartement. Dit krijg je niet zomaar: ik doe het hier namelijk goed, waardoor ik deze ‘gekregen’ heb.
‘Dat is wat je leert op het trainingshuis: zelf doen’
Sinds ik hier ben, heb ik ook veel beter contact met mijn ouders dan toen ik nog thuis woonde. Het is veel leuker tussen ons. Dat vind ik fijn. Door de Corona ben ik gestopt met school, omdat we de lessen online kregen. Als de lessen weer ‘gewoon’ doorgaan, dan start ik ook weer met school. Nu werk ik tot die tijd en leer ik hoe ik geld moet sparen. Ik werk vooral veel ‘s nachts, dus ik vind het wel lastig om daarna nog te slapen. Verder zit ik veel beneden op de groep in de gezamenlijke ruimte. Dan ben ik een beetje aan het chillen, koffiedrinken, lunchen of speel ik een spelletje. Iedere jongere heeft zijn eigen regels en afspraken op de groep. Ik overleg met mijn mentor of groepsleiding als ik wat wil doen of als mij iets niet lukt. Ik word dan goed geholpen door mijn mentor of andere groepsleider. Wel moet ik zelf vragen en komen, als ik wat heb. Dat is ook wat je leert op het trainingshuis: zelf doen.
Wat ik een nieuweling zou willen meegeven, is dat ‘praten’ over dingen gelijk kan helpen. Lukt iets bijvoorbeeld niet? Trek dan gelijk aan de bel! Ze willen altijd wel helpen. Wel moet je zelf met de vraag komen. Kijk naar mij.. Ik kan nu geld sparen en praten over dingen, waar ik mee zit. Dit deed ik eerder niet zo snel. Ook is het contact met mijn ouders veel beter. Ik kom beter voor mijzelf op en kan mijn grenzen aangeven.
‘Ik wil ook hulpverlener worden’
Hoe mijn toekomst eruit ziet? Uhm, nou.. Ik wil hier nog wel eventjes blijven om de puntjes op de i te zetten. Daarna wil ik graag mijn eigen appartementje. Ook wil ik weer verder met mijn opleiding pedagogisch medewerker, waar ik nu dan even mee gestopt ben. In de toekomst wil ik graag werken met kinderen of jongvolwassenen. Ik wil dan ook een hulpverlener worden.
------------------------------------------------------------------------------
Naam: Tip
Werkjaren bij Ambiq: Begonnen als stagiaire (2017) en vanaf februari 2018 vast in dienst bij het Trainingshuis.
Het werken bij het trainingshuis is leuk en uitdagend! Het leukste vind ik dat je een hele groei ziet bij de jongere en je daar een onderdeel van mag zijn. Als je volwassen wordt, komt er namelijk zoveel meer bij kijken. Hetzelfde geldt voor de jongeren op het trainingshuis. Als groepsleider ben je een actief ‘onderdeel’ van de cliënt zijn of haar proces. Je ziet de jongere, volwassen worden. Dit motiveert mij om met mijn werk bezig te zijn op het trainingshuis in Almelo.
‘Eerst kijken we naar wat de jongere allemaal zélf kan’
De cliënten die worden aangemeld bij het trainingshuis, zijn vooral jongeren met een licht verstandelijke beperking. Vaak worden deze jongeren vanuit een andere behandellocatie of instelling doorverwezen naar ons. Maar het kan ook zijn, dat de jongere voorheen nog thuis woonde. Wanneer zij hier zijn, sturen wij ze vooral aan wat betreft zelfstandigheid. Eerst kijken wij naar wat de jongere al allemaal zélf kan. Het is dus per jongere verschillend, in welk proces hij zit. Daar proberen wij dan gezamenlijk met de jongere een plan voor te maken, waar hij aan gaat werken. Komt de jongere vanuit een andere behandellocatie of instelling? Dan proberen wij zoveel mogelijk op de jongere aan te sluiten, wat hij of zij daar geleerd heeft. Bijvoorbeeld: komt de jongere van een 24-uurs groep? Dan kijken wij naar wat hij daar geleerd heeft en welke nieuwe doelen zijn opgesteld. Denk bijvoorbeeld aan eten koken of zijn eigen financiën regelen. Wat een verschil is met vroeger, is dat de jongeren steeds jonger zijn wanneer zij hier worden aangemeld. Voorheen was dit vanaf 18 jaar en ouder. Nu hebben we de leeftijdsgrens verlaagd naar 16+.
‘Uiteindelijk moeten ze het zelf gaan doen’.
Mijn werkdag begint altijd met een overdracht van mijn mede collega’s. Tijdens deze overdracht krijg ik bijvoorbeeld te horen wat er op dat moment speelt, wat de jongeren van plan zijn die dag en wat er onder andere nog moet gebeuren. Na de overdracht lees ik mijn mail en bekijk ik de agenda. Wat er op de agenda staat, is verschillend. In overleg met mijn collega verdelen we dan de taken, die op de agenda staan. Zelf onderhoud ik de gesprekken en contacten met mijn mentorjongeren. Dit probeer ik zoveel mogelijk in mijn dienst te plannen. Mocht dit niet altijd lukken, dan kan ik altijd terugvallen op mijn collega’s. Zo kan het ook wel eens voorkomen dat mijn collega’s activiteiten hebben opgepakt met mijn mentorjongeren. Dit is alleen maar fijn en prettig. Zo ligt de behandeling van de jongeren nooit stil. Als mijn taken erop zitten, ga ik de groep op. Ik maak contact met de jongere die aanwezig zijn. Ik merk dat je leuker het gesprek ingaat, als je laat merken dat je er ‘gewoon bent’. Ze weten dan dat ze bij je kunnen aankloppen. Één keer in de week plan ik met mijn mentorjongeren een gesprek. Dit hoeft natuurlijk niet altijd, maar vaak heb ik dit wel één keer in de week. We gaan dan samen koken of een andere activiteit samen ondernemen. Zo heeft elke jongere hier op de groep zijn of haar eigen proces. De slaapdienst begint eigenlijk hetzelfde als een dagdienst. Alleen is er in de avond een inloop voor de jongeren. Ze kunnen dan bijvoorbeeld spelletjes spelen bij ons beneden in de ruimte.
Sommige jongeren hebben meer behoefte aan nabijheid. Daarnaast hebben de jongeren veel behoefte aan elkaar. Zo ontstaan er vaak ook vriendschappen tussen jongeren, hier op het trainingshuis. Het gaat er voornamelijk om, dat de jongeren zélf wat gaan ondernemen. Het groepsgebeuren moeten zij dus zelf gaan organiseren, om hun eigen sociale netwerk te gaan vergroten. Dit doen wij niet voor de jongeren, omdat ze het uiteindelijk zelf moeten gaan doen.
‘Het moet passen bij de leefstijl van de jongere’.
Jongeren kunnen echt zichzelf zijn in ons trainingshuis. Ik merk dat bijvoorbeeld aan hun mondigheid: ze durven dingen uit te spreken. Ik vind dit leuk van de jongeren bij ons en ga dan ook graag met hen het gesprek aan. Ik vind het namelijk belangrijk dat ze hun eigen mening leren uiten. Zo hebben we één keer in de maand een jongerenvergadering. De jongeren mogen dan vertellen waar ze tegenaan lopen, wat ze graag met ons willen bespreken, wat er goed gaat etc. Daarnaast wordt er ook vaak een thema gekoppeld aan deze jongerenvergaderingen of nodigen we gastsprekers uit, die hier het een en ander over kunnen vertellen. Denk bijvoorbeeld aan de thema’s: drugs, alcohol, verslavingen, financiën etc. Verder proberen wij zoveel mogelijk aan te sluiten bij de jongere, zodat het ‘eigen’ wordt gemaakt. Het moet passen bij de leefstijl van de jongere.